Hoe kan je in groepsgesprekken spelen met de verschillende energiefrequenties? En daarmee invloed uitoefenen op de sfeer, communicatie en interactie in het gesprek?
In de Ontdekking Energiefrequenties tijdens het communiceren vertelde ik over het model dat Anna Wise ontwikkeld heeft om te kunnen onderscheiden welke frequenties de hersengolven hebben. Elke range van frequentie heeft een bepaalde kwaliteit.
Kort gezegd:
Beta: ratio en redeneren;
Alfa: verbeelden, visualiseren, spreken in metaforen;
Theta: ideeën die ‘ineens’ opkomen, intuïtie;
Delta: je radar, waarmee je aanvoelt wat er in je omgeving aanwezig is.
Ik word zo blij van deze indeling omdat ze me helpt om tijdens (groeps)gesprekken waar te nemen welke frequentie er is en daarmee inzicht krijg welke interventie behulpzaam kan zijn.
Ik vertel hieronder mijn eerste ideeën hoe dit te gebruiken in werksituaties. Met nadrukkelijk de uitnodiging om met jou uit te wisselen hoe jij energiefrequenties benut tijdens (groeps)gesprekken!
Starten met Beta
De Beta-staat is behulpzaam om feiten rond een vraagstuk boven tafel te krijgen. Om elkaar uit te vragen wat er al gedaan is rond het vraagstuk. In het gesprek is er vooral 'downloaden wat er al bekend is'. Dat kan vaak vlot opgesomd worden en daarbij kunnen ook emoties meekomen als felheid, boosheid, moedeloosheid.... Heel nuttig om zicht te krijgen op ieders invalshoek.
(Te) lang hierin doorgaan kan leiden tot cirkelredeneringen en vastlopen.
Een nieuwe invalshoek vraagt een andere frequentie.
Hoe kan Alfa helpen?
Alfa brengen we in door metaforen en associaties op te roepen.
Bijvoorbeeld door een vraag te stellen als: welke boektitel, welke kleur komt op als je aan jullie situatie denkt.
Dit soort vragen geven afstand tot het vraagstuk en de emoties, en brengen een andere snelheid en tempo aan in het gesprek.
Tegelijkertijd maken we de brug naar het onderbewuste en onbewuste, waar andere informatie, ideeën opgeslagen zijn.
Hoe krijgen we toegang tot Theta?
Met Theta kunnen we ineens ideeën krijgen, die uit het niets tevoren komen. Denk aan het moment dat je onder de douche staat, op de fiets zit en ineens een idee krijgt. Beide zijn repetitieve, bewegingen die je ‘op de automatische piloot’ zetten.
Hoe kunnen we dat doen in een (groeps)gesprek?
Heel simpel: door te gaan wandelen met elkaar. Of een ontspannende pauze in te lassen.
Minder gebruikelijke manieren: muziek maken met elkaar. Of ‘gedachteloos’ tekenen, ‘te doodelen’, kleuren, kleien. Dit hoeft niet lang te zijn, 15 – 20 minuten.
Eenmaal een keer geïntroduceerd tijdens een overleg, kan dit vaker uit de kast gehaald worden.
Hoe maken we de beweging naar Delta?
Met Delta frequenties gebruiken we onszelf als radar voor wat er in de omgeving speelt. Rondlopen met een open blik en hart, her en der een vraag stellen zonder tot een conclusie te komen. In een vergadering zitten en kijken, luisteren: opmerken wat er in je hart en buik gebeurt. En daar ruimte voor nemen om dat te vertellen aan je collega’s. En aan je collega’s te vragen wat hen aan het hart gaat of waar ze buikpijn van krijgen.
Weer naar Beta
Als we de extra informatie vanuit Alpha, Theta en Delta opgehaald hebben, is het juist passend om weer te versnellen en concreet te worden met hulp van de Beta-staat.
Vertragen
Als ik het zo opschrijf, komt nog in me op dat naarmate we van Beta naar Delta gaan, we steeds meer vertragen. En meer in ons lijf afdalen naar hart en buik om informatie op te halen.
Als we willen dat dat in een gesprek gebeurt, hebben we dat – als eerste - zelf te doen en kunnen we daarmee anderen ‘meenemen’.
Blogs, interviews, podcasts, kleine en grote ontdekkingen met steeds de verwonderde focus op het tastbaar en toepasbaar maken van het fijnstoffelijke in het dagelijks samen leven en werken...