Verblijven in de moerassige grond

di 18 april 2023

Iris Schlagwein reageerde op mijn oproep om te vertellen hoe je ‘het fijnstoffelijke in het dagelijks werken vormgeeft'. We spreken elkaar via zoom, met een haperende verbinding, vandaar dit keer het interview alleen in geschreven vorm.

Ik leer van Iris dat het gebied van het fijnstoffelijk ervaren kan worden in de moerassige grond, het durven verblijven in het niet weten en de modder. Dat het fijnstoffelijke verborgen kan blijven door heel veel theorie en woorden. En dat je de kans op de ontmoeting met het fijnstoffelijke kan vergroten door bepaalde stappen te volgen: naderen; verdiepen; verblijven in de stilte; weer verbinden met de buitenwereld en vierend afronden. In de stilte, met de dienende aanwezigheid van een ander kan het zomaar gebeuren: een inzicht en dieper weten verschijnt, als uit het niets.

Iris vertelt:

“Ik werk met mensen in allerlei verschillende vormen en maten met verschillende aanleidingen en ik vroeg me af, welke naam hang ik daar nu aan, hoe weten mensen waar ik beschikbaar voor ben? Lang zijn dat wisselende benamingen geweest: ‘moderne nomade’, transformatiecoach, mentor bij rouw, schrijver, fijngevoelige met levenservaring.

Al deze woorden gaven weer wat ik in mezelf zie en wat ik mezelf zie doen. Ik heb een toegepaste theateropleiding en wonderlijk is dat ik met die achtergrond mensen help, ik doe dat met mijn levenservaring en fijngevoeligheid.

Ik stel me open en dan gebeurt er iets waarvan ik achteraf kan duiden wat er gebeurd is, terwijl ik me bewust blijf van mijn handelen en van de ander. Het zijn labels die een stukje van mij laten zien, maar niet alles.

Ineens kwam ik het beroep ’geestelijk verzorger’ tegen, alles wat ik in huis heb kreeg daarmee een samenhangend geheel en een naam! De puzzelstukjes vielen in elkaar. Een geestelijk verzorger gebruikt zijn levenservaring en aanwezigheid om bij de ander te zijn.

Waarom doe je deze opleiding behalve voor het naamplaatje?

Ik ben in de tweejarige opleiding gestapt en het is genieten. We zijn aan het leren in een grote groep mensen met verschillende mensbeelden, wereldbeelden en godsbeelden. Alle typen mensen zitten in de collegezaal, alles is vertegenwoordigd qua leeftijd, religie, gender, seksualiteit, huidskleur, afkomst. Daardoor wordt mijn blik verruimd en word ik me bewust van mijn mens-, wereld- en godsbeelden. Normaal gesproken zoek je de mensen op met dezelfde beelden, dat verbindt en geeft veiligheid. Of dat nu gaat over religie of over bijvoorbeeld een woonvorm, (bijvoorbeeld de tiny-huis bewoners).

Ik kijk door de opleiding met een andere bril naar mijzelf en naar mijn denkbeelden. Ik krijg vragen die mijn aannames en wat ik normaal vind verhelderen, bijvoorbeeld ‘wat bedoel je als je het over een trancereis hebt?’. Of ik vraag aan een ander: ‘wat is een zondig mens, wat bedoel je daarmee?’.

Bewust worden van kaders

We zijn nu net bezig geweest met het vak ‘Sterven en rouw’: we leren wat verschillende visies op sterven en rouw in de afgelopen 60 jaar zijn. Welke verschillen er zijn. Daardoor leer ik ook over wat ik een goed onderzoek vind. Voor mij is dat als ik iets lees dat belichaamd is ten opzichte van een afstandelijk onderzoek. Dat is voelbaar in de tekst.

De opleiding geeft me een kader waardoor ik mij daartoe kan verhouden. Als ik iets teweeg wil brengen heb ik met anderen te maken en dan is het fijn om af te tasten waar ik sta en waar de ander staat. Ik leer om in de geschiedenis en in de verschillende werelddelen te onderscheiden wat de overeenkomsten en de verschillen zijn.

Ik loop stage in een verpleeghuis, ik kom managers, de verpleegkundigen en de bewoners tegen en iedereen heeft zijn eigen belevingswereld, zorgen, wensen en belangen. Eerder ging ik hier intuïtief en op gevoel mee om, nu doe ik dat bewuster omdat er zoveel expliciet is gemaakt. Ik leer woorden te geven aan mijn handelen en wat moreel en ethisch handelen voor mij is. Afwegingen die je als geestelijk verzorger maakt zijn heel persoonlijk. Wat maakt dan dat je een bepaalde keuze maakt? Het bewust-zijn maakt het makkelijker om mijn keuzes explicieter te maken. Zowel voor mezelf als voor de ander. Het maakt ook dat ik makkelijker mee kan bewegen met de ander. 

Fijnstoffelijk

Omdat het vaak over delicate kwesties gaat moet je verder kijken en spreken dan het praktische en oog en oor hebben voor het fijnstoffelijk en ongeziene. Met het kader wat ik nu heb, kan ik makkelijker tussen het concrete en de ongeziene wensen en beelden heen bewegen.

In de literatuur over geestelijke zorg wordt geschreven over de controverse tussen

. In hoeverre je present bent, je er gewoon bent, en in hoeverre je een interventie doet, zoals een open/gesloten vraag stellen of de confrontatie aangaan. Bijvoorbeeld als iemand gaat sterven, kun je er soms gewoon het beste er ‘alleen maar’ zijn. Het lijkt dan alsof je niets doet, maar ondertussen gebeurt er heel veel. Niet veel mensen zijn in staat om bij het lijden van een ander aanwezig te zijn: we zijn snel geneigd iets op te willen lossen, of vluchten in een handeling.

.

Hoe kom jij in de present staat, hoe weet je dat je daar bent?

Ik weet dat ik daar ben, als ik degene helemaal kan zien voor het perfecte liefdevolle wezen dat die is, degene hoeft mij niets te geven of anders te zijn dat-ie is en doet. Ik ben dan zacht, heb zachte ogen, ik glimlach, heb open handen en een open hart.

In het verpleeghuis vind ik dat heel makkelijk, ziektes zijn er zo aanwezig. Dat relativeert enorm en dan word ik vanzelf zacht en begripvol. Ik mag gewoon rondlopen zonder agenda en mijn enige doel is om te spreken over wat iemand bezighoudt, dat kan bijvoorbeeld gaan over hoe iemand de dag doorkomt. Ik drink koffie met iemand in een restaurant, zo ziet het er van buiten uit.

Toch gebeurt daar veel. Ik zie dat iemand zich geliefd weet en er mag zijn. Ik kan niet in het hoofd of gevoel van die ander kijken, dus daar kan ik niets over zeggen. Er is een nieuwe gedeelde ruimte, door samen te zijn ontstaat er een derde overlappende ruimte tussen ons in, als twee cirkels die gedeeltelijk over elkaar heen schuiven.

Er gebeurt iets nieuws, dat kan ik voelen. Ik zie het aan lichtjes in de ogen. Er is een verandering in de ogen, van moedeloosheid, verdrietig, naar lichtjes in de ogen en een nieuw perspectief. Dat kunnen mensen vaak wel verwoorden.

Het rituele bad

Een heel mooi model is

, het is een omgekeerde driehoek, het bad staat onderin de driehoek. De eerste fase is het naderen, contact maken. De tweede fase gaat over verdiepen, waar je het over wilt hebben, onderzoeken, vragen stellen.

Dan komt er een punt dat er wat zoeken en worstelen is, er is een zoeken en er komt een ‘aha-moment’, of een diep inzicht. Dat is onder in de driehoek, in het bad, het is de fase van stilte. Daar is iemand alleen, met de nabijheid van de ander, daar gebeurt wat de persoon zelf heeft te doen, verwerken, doorvoelen, een inzicht krijgen. Dan ga je weer uit het bad: verbinden met de buitenwereld, en de afronding met het vieren, dat is gedag zeggen, bijvoorbeeld door iets te zeggen over de volgende ontmoeting.

Ergens in mijn achterhoofd zit dit model. Of ik nu een langer gesprek heb of een praatje op de gang in het voorbijgaan. Dit model inspireert mij om allerlei momenten te duiden en uit te leggen, taal te geven aan ervaringen die eigenlijk zonder woorden zijn. Het helpt me om op te merken als er iets ontbreekt, en wat dat dan is. Bijvoorbeeld iemand was nog aan het naderen en ik wil dat-ie al een inzicht heeft.

Ben je fijngevoeliger geworden?

Ik ben geneigd "nee" te zeggen. Dit is toch een universitaire opleiding, je moet heel veel informatie tot je nemen, er iets van vinden en in een groter geheel plaatsen. Die fijngevoeligheid is eerder wat afgestompt om in dit tempo te leren. Wel geeft alle kennis een scherpere bril. Mijn fijngevoeligheid is eerder ontwikkeld door de processen in relatie tot andere studenten en in mijn liefdesrelatie.

Mijn geluk is wel dat ik al veel onderzocht heb en over veel dingen heb nagedacht. De begrippen die gehanteerd worden zijn niet onbekend voor me waardoor ik eerder kritische vragen kan stellen en verder kan onderzoeken. Ik vergelijk de theorie met mijn levenservaringen. Ik maak het persoonlijk en ga het aan. Schrijven hierover, niets doen en wachten, helpen me om het onderwerp niet alleen via mijn hoofd en denken te benaderen. 

Het is afdalen in

en daar durven verblijven, precies het werkgebied van een geestelijk verzorger!”

Foto's door Nina Olivari Fotografie 

Deze ontdekking is beschreven door:

dialoog

verder ontdekken

Bekijk hier meer blogs

contact maken